News

Kleurrijk samenwonen in hippe wijken

artikel uit magazine nook - Janine Meijer • 5 octobre 2020

Coliving is booming, blijkt uit de snelheid waarmee het Belgische Cohabs huizen koopt, verbouwt en verhuurt. De slaapkamers zijn klein en sober; de gemeenschappelijke delen groot, uitbundig en zeer kleurrijk. Interieurarchitect Lionel Jadot wil bewoners verleiden contact met elkaar te zoeken. “De ruimtes moeten enthousiasme uitstralen en goesting geven om elkaar te leren kennen.”

Dit artikel komt uit ons magazine Nook. AiNB leden krijgen dit vakblad gratis. Niet-leden kunnen hier een abonnement op Nook bestellen.

De gemeenschappelijke ruimte van het Cohabs huis Parvis 16 in de Brusselse wijk Saint-Gilles is een explosie van kleuren. Voor het ene raam hangen groene gordijnen en voor het andere oranje. De lambrisering kleurt roze en blauw tegelijk en op het plafond heeft iemand zich uitgeleefd met donkerrode verf. Het salontafeltje is geel, de bank bruin en het vloerkleed heeft een Oosters motief waarin elke kleur van de regenboog is terug te vinden.
Behalve verschillende vormen banken, stoelen en tafels staat er ook een pooltafel. Tegen de wand zie je een rij witte, blinkende Smeg koelkasten met daar bovenop weelderige planten in koperen potten. Op de vloer een patroon van zwarte
en witte stenen. Verder een groot kookeiland met barkrukken en enorme industriële lampen. Het is zo over the top uitbundig dat je wel een heel slecht humeur moet hebben om hier niet een klein beetje vrolijk van te worden. Eerlijk gezegd, geeft het je ook een vakantiegevoel. Wie hier woont, kan geen saaie kantoorbaan hebben. Die moet iets van de wereld hebben gezien en wat te vertellen hebben.

Originele wandversiering


Het is precies dat gevoel en die nieuwsgierigheid die interieurarchitect Lionel Jadot wil bereiken. “De ruimte moet leven en enthousiasme uitstralen. Je moet goesting krijgen om elkaar te leren kennen. Wie komt er straks door de deur naar binnen? Ik wil zijn verhaal horen.” “Hoe Jadot die sfeer creëert, is een klein mysterie”, zegt Malik Dauber. Samen met zijn broer Youri en François Samyn is hij oprichter en eigenaar van het bedrijf Cohabs dat inmiddels achttien panden bezit in trendy Brusselse wijken als Saint-Gilles, Ixelles en Etterbeek. Tien nieuwe huizen worden momenteel verbouwd wat het totaal aantal te verhuren kamers op vierhonderd brengt.

“Al vroeg in het Cohabs verhaal kwamen we Lionel tegen. We wilden dolgraag met hem samenwerken voor de inrichting van onze panden, maar konden hem niet betalen. Lionel vond ons project zo tof dat hij bleef aandringen. Uiteindelijk spraken we af dat hij voor honderd euro per vierkante meter één gemeenschapshuis mocht inrichten. Het was meteen een groot succes. We werden verliefd op zijn stijl. Soms is hij aan het werk en denk ik: ‘Lionel, niet doen. Dit is echt een vreselijk lelijke kleur. Stop hiermee.’ Maar bij de afwerking vallen alle puzzelstukjes in elkaar en is het elke keer weer prachtig.” “De kunst is om goed te kijken”, verklapt de interieurarchitect. “Ik probeer de ziel van de oude herenhuizen en industriële panden die Cohabs koopt te doorgronden. Oude elementen hergebruik ik zoveel mogelijk in het nieuwe interieur. Zit er onder de dikke laag behangpapier nog een stuk oranje geschilderde muur? Ik zorg dat het opnieuw zichtbaar wordt en laat de oranje kleur terugkomen in de rest van het interieur. Of ik schilder er een wit kader omheen. Het resultaat is een originele wandversiering.”

Groen en duurzaam als uitgangspunt


Jadot koopt ook zelden nieuwe meubels. “Het overgrote deel van de stoelen, tafels en zetels is tweedehands”, vertelt hij. “Ik vind ze op straat of ik koop ze van ondernemers die oude gebouwen leeghalen vlak voor ze worden gesloopt. Onlangs werd een oud ziekenhuis in Brussel afgebroken. Daar hing nog in elke kamer een vintage lampje en een oud metalen handdoekenrekje. Geweldig om die spullen een nieuwe bestemming te geven. De filosofie is om zo veel mogelijk dingen te recupereren.”
Diezelfde groene en duurzame filosofie is ook het uitgangspunt bij het samenleven: deel zoveel mogelijk spullen en zorg voor zo weinig mogelijk afval. De meeste huizen zijn uitgerust met een systeem dat het regenwater opvangt en hebben zonnepanelen. Afval wordt gescheiden en sommige bewoners verbouwen hun eigen groenten en kruiden. “Dit bevordert het groepsgevoel en is tegelijk goed voor het milieu”, zegt Dauber.
Huurders van de Cohabs huizen hebben een eigen slaapkamer die soms uitgerust is met een douche, maar lang niet altijd. De keuken en de living zijn gemeenschappelijk. “De slaapkamers zijn bewust klein en sober gehouden en zonder televisieaansluiting”, legt Dauber uit. Ook zorgt Cohabs voor een aantal diensten.
Elke week komt er een schoonmaakster. De voorraad basisproducten zoals bijvoorbeeld wc-papier, suiker en zout wordt door Cohabs aangevuld. En elke maand is er een ontbijt voor alle bewoners. Nieuwe bewoners krijgen een welkomstpakket met een Cohabs t-shirt en een Cohabs drinkbus. “Ons doel is om een community gevoel te creëren. Behalve het ontbijt organiseren we ook regelmatig feestjes of diners. We proberen de drempel om contact met elkaar te maken zo laag mogelijk te houden en grijpen elke mogelijkheid aan om dat te stimuleren.”

 

Geprivilegieerd publiek


Vijftig tot zestig procent van de bewoners zijn expats waarvan de leeftijd schommelt tussen 23 en 35 jaar. Op de site van Cohabs staan vrolijke foto’s van jonge mensen die samen feesten en etentjes organiseren. Bewoners vertellen hoe geweldig het leven in de gemeenschapshuizen is. Community manager Laure (26): ‘Ons huis voelt als thuis ver weg van huis.’ Maxime (27) die in de marketing werkt, bekent dat hij eerst sceptisch was over gemeenschapshuizen. Maar dat hij nu heel blij is met zijn woonplek en dat hij veel nieuwe vrienden heeft gemaakt.
Volgens Dauber verschuift het publiek dat interesse heeft in coliving projecten langzaam. “Steeds meer veertigers, vijftigers en zelfs zestigers krijgen ook belangstelling voor deze vorm van wonen. Soms gaat het om bewoners die recent zijn gescheiden of om mensen die tijdelijk zonder baan zitten of zich in een andere tussenfase bevinden. Maar je ziet ook een ontwikkeling van vrijgezellen die niet langer alleen in een huis willen wonen en bewust het contact met anderen opzoeken.” Dauber gelooft dat het tijdperk waarin iedereen in zijn eigen huis op zijn eigen bank voor zijn eigen televisie zit stilaan ten einde loopt. “Het is economisch en sociaal gezien niet langer houdbaar en legt een te grote druk op het milieu.”
Tegelijk is deze vorm van samenleven lang niet voor iedereen weggelegd. De prijs van een kamer in het kleurrijke gemeenschapshuis Parvis 16 in Saint-Gilles begint bij 710 euro per maand. Kosten van schoonmaak, internet, water en elektriciteit zijn inbegrepen. Het huis heeft een woonoppervlakte van 650 m2 en telt 21 slaapkamers, negen badkamers en een fietsenstalling.
In sommige Vlaamse steden kan je voor die prijs een rijtjeshuis huren. De kritiek op de snelheid waarmee Cohabs en andere coliving bedrijven panden opkopen in hippe buurten in Brussel zwelt aan. Stadsgeograaf Charlotte Cazier van de Université Libre de Bruxelles wijst in het stadsmagazine Bruzz op de nadelige gevolgen van het fenomeen. “Het is een gemiste kans om betaalbare of sociale woningen te realiseren waar de stad nood aan heeft.”

Sociaal huurtarief


“Het klopt dat niet iedereen een woonplek in een Cohabs huis kan permitteren”, geeft Dauber toe. “We zijn ons daar zeer goed van bewust. Onze huizen bevinden zich in dure Brusselse wijken met hoge huurprijzen. Tegelijk willen we onze ogen niet sluiten voor een groeiende groep mensen in Brussel die met een klein budget zeer moeilijk aan woonruimte komt. We hebben één van onze huizen al opengesteld voor een vluchteling uit Syrië. Dat was een heel geslaagd experiment. In de toekomst willen we in elk huis minstens één kamer aanbieden tegen een huurprijs van vierhonderd euro. Dat is bijzonder weinig. De goedkoopste studio in Brussel kost minstens vijfhonderd euro. Maar we zijn vastbesloten om dat doel te realiseren. Een belangrijke insteek van onze projecten is mensen samen brengen. Je geloofwaardigheid wordt ondermijnd als je je daarbij slechts op een beperkt deel van de bevolking richt.”