Nieuws

Corona: standpunt veiligheidscoördinatoren

20 maart 2020

VC-CS, de erkende beroepsvereniging voor veiligheidscoördinatoren, heeft haar leden richtlijnen gestuurd m.b.t. de coronacrisis. 'Het is meer dan wenselijk dat zij (openbare opdrachtgevers) hun contractoren geruststellen met hen te verzekeren dat de omstandigheden van overmacht aanvaard worden en dat bijgevolg geen penaliteiten voor laattijdige opleveringen zullen worden toegepast. '

Met de COVID-19 pandemie zijn we als veiligheidscoördinator ook op onze bouwwerven in onzekere en hachelijke tijden beland.

De bouwwerven mogen verder blijven draaien maar de regel van anderhalve meter sociale afstand moet ten alle tijden worden gegarandeerd. Een materie die zou men zeggen tussen werkgever en werknemer moet worden geregeld maar dit zou al te kortzichtig en onverantwoord zijn. Hierbij kunnen wij ongetwijfeld een rol spelen. Vooreerst mogen we ons de vraag stellen hoe de nieuwe veiligheidsmaatregelen een weerslag hebben op al wie zich op de bouwplaats begeeft en handelt: omstaanders, alle interveniërende partijen, supervisie, onderaannemers en ga zo door. En we belanden onmiddellijk bij de veiligheids- en de gezondheidscoördinatie.

 

We kunnen alle veiligheidscoördinatoren ten stelligste aan raden om volgende in hun coördinatiedagboek te vermelden:

COVID-19 Pandemie

Alle actoren en alle wederzijdse belanghebbenden bij elk bouwproject dat actueel aan de gang is, worden uitgenodigd om samen te beraadslagen en te beoordelen in hoeverre de bouwactiviteiten kunnen worden voortgezet, rekening houdend met de nieuwe vereisten noodzakelijk voor het indijken en het bestrijden van het COVID-19-virus. Er moet worden gegarandeerd dat de mensen die op de site circuleren en handelen te allen tijde de sociale afstand van MINIMUM 1,5 m kunnen respecteren.

Het is ook nodig om het toezicht te garanderen dat nodig is voor een goed beheer van de gezondheid en veiligheid van de bouwplaatsen. Zo moet de coördinatie van veiligheid en gezondheid in het kader van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen operationeel blijven, zonder welke de bouwwerkzaamheden moeten worden onderbroken.

Opdrachtgevers, bij uitstek zijn dit uiteraard de openbare opdrachtgevers, moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen. Het is meer dan wenselijk dat zij hun contractoren geruststellen met hen te verzekeren dat de omstandigheden van overmacht aanvaard worden en dat bijgevolg geen penaliteiten voor laattijdige opleveringen zullen worden toegepast. Op dit ogenblik worden nog vergaderingen gehouden of onderhandelingen gevoerd om over de financiële consequenties en de planning te palaveren. Ongetwijfeld worden hierbij krachtdadige besluiten om een werf daadwerkelijk te sluiten uitgesteld. Dit komt de veiligheid en de gezondheid van de arbeiders en eenieder die op werven circuleert, niet ten goede.

 

Zoals reeds enkele malen weerklonk, moet duidelijkheid worden geschapen. Als wij, VCCS, hierbij kunnen helpen, in het belang van eenieder op bouwwerven, doen we dit met volle overgave.