Nieuws

Denken in scenario’s

Bureau Bax • 31 maart 2021

CC by Vlaanderen Circulair

Dit artikel komt uit ons magazine Nook. AiNB leden krijgen dit vakblad gratis. Niet-leden kunnen hier een abonnement op Nook bestellen.

Waarom moet de bouweconomie circulair worden?

“De huidige wereldeconomie is gebaseerd op een lineair model waarin ongeremd gebruik wordt gemaakt van grondstoffen. Het gevolg van dit model is dat grondstoffen op raken en dat afval en schadelijke stoffen bodem, water en lucht verontreinigen. De bouwsector is jaarlijks verantwoordelijk voor veertig procent van het energiegebruik, produceert een derde van het afval en benut de helft van de materialen die wereldwijd worden ontgonnen. Ook het transport van bouwmaterialen zorgt voor een aanzienlijk energieverbruik en CO2-uitstoot. Bovendien leveren bouwmaterialen als pur en lijm na gebruik chemisch afval op.”

Hoe staat het er nu voor?

“Er zijn allerlei initiatieven en een aantal bedrijven passen hun economische model al aan, maar we zijn er nog lang niet. Zoals we nu recyclen bijvoorbeeld, is er aan het eind toch nog afval. Het is geen gesloten cyclus. Principes zitten nog te veel ingebed in een economisch groeimodel. In Vlaanderen worden ondertussen wel grote stappen gezet om de circulaire economie mainstream te maken. Er wordt veel onderzoek gedaan en vanuit de overheid worden concrete maatregelen genomen. Daar zitten hier en daar nog wel wat tegenstrijdigheden in. Dit komt doordat het om een systemische verandering gaat. De hele sector moet veranderen en alle betrokkenen, van bouwers en ontwikkelaars tot aannemers, (interieur)architecten, leveranciers en opdrachtgevers, moeten hierin een rol krijgen. Dat heeft tijd nodig. Vanuit Vlaanderen Circulair wordt volop aan de knelpunten gewerkt. Hoewel Nederland met Thomas Rau al vroeg met de circulaire economie bezig was, denk ik dat Vlaanderen wat beleid betreft verder is. Nederland heeft daarentegen wel een aantal mooie voorbeelden van circulaire gebouwen.”

En in Brussel Gare Maritime...

“Ja, tuurlijk dat is een mooi recent voorbeeld. In België, maar van een Nederlands bureau. Onder de gietijzeren kapconstructie van het voormalige goederenstation heeft Neutelings Riedijk Architecten twaalf houten paviljoenen geplaatst opgetrokken uit modulaire bouwelementen van CLT.”

 

Hoe kan een interieurarchitect een project zo circulair mogelijk aanpakken?

“Ik denk dat de aanpak en de principes die gevolgd moeten worden voor een interieurarchitect niet anders zijn dan voor een architect. Een verschil is wel dat een interieurarchitect vaak met kortere cycli te maken heeft omdat het interieur sneller verandert. De eerste stap is de vraag zoveel mogelijk beperken. Wat is er al aanwezig? Is dat bruikbaar? Kunnen er tweedehands materialen toegepast worden? Denk ook na over de impact van materialen. Kies voor hernieuwbare en/of onuitputtelijke oplossingen en gebruik eindige bronnen zo efficiënt mogelijk. De volgende stap gaat over de toekomst. Wat gebeurt er later met de materialen die nu worden toepast? Hoe kan een ruimte zo ingedeeld worden dat deze in de toekomst makkelijk een andere functie kan krijgen? Bij VIBE raden we aan verschillende scenario’s voor de toekomst uit te werken. Wat is er nodig in de woning als het gezin uitbreidt? Wat betekent een fusie voor de kantoorinrichting? Door een aantal scenario’s te bekijken, ontstaat inzicht in wat nu al gedaan kan worden om aanpassingen in de toekomst makkelijk te maken. Het demonteerbaar maken van materialen hoort ook bij dit toekomstdenken. Tegels die met cementmortel vastgezet zijn, kunnen niet hergebruikt worden omdat ze niet heel van de wand afgehaald kunnen worden. Met kalkmortel lukt dat wel. En je hebt ook al volledig demontabele oplossingen waarbij je tegels of panelen vastklikt. Voorzie je hergebruik van een toegepast materiaal, onderzoek dan ook of er wel vraag en logistiek zal zijn. Deze laatste twee punten vallen niet alleen onder de stap ‘toekomst’ maar ook onder de stap ‘beheer’ waarin informatie over materialen bijgehouden wordt, bijvoorbeeld in de vorm van materialenpaspoorten.”

 

Niet elke opdrachtgever staat open voor circulair, voor bijvoorbeeld gebruikte materialen…

“Nee dat is lastig. Algemeen gezien moeten we naar een opwaardering van gebruikte materialen en producten. Ik vind een tweedehands leren stoel veel mooier dan een nieuwe. De gebruikte vertelt een verhaal. Ook heeft de stoel zich al bewezen waarmee je tegelijk een kwaliteitsgarantie hebt. Tweedehands hoeft overigens niet per se op de oorspronkelijke manier gebruikt te worden. Bewerken of op een andere manier toepassen zijn ook opties en levert vaak creatieve resultaten op. Het zou denk ik ook helpen als de kosten van afvalverwerking op een of andere manier bij de eigenaar in rekening gebracht worden zodat het interessanter wordt om een kapot product te laten repareren in plaats van weg te gooien."

 

Heb je nog een laatste tip voor de interieurarchitect?

“Probeer in een zo vroeg mogelijk stadium met alle partijen bij elkaar te zitten om met elkaar tot een goed plan te komen. En laat je vooral niet ontmoedigen als je weerstand krijgt. Er zijn altijd wel dingen die je voor elkaar kan krijgen. Moet je het interieur doen van een gebouw dat niet circulair is en je gebruikt bijvoorbeeld tweedehands tapijttegels of meubels dan heb je toch weer een steentje bijgedragen aan een betere wereld.”