Juridisch

Auteursrecht

7 september 2017

In mijn contract staat een algemene clausule ivm auteursrechten. Volstaat dit om foto's te mogen plaatsen op mijn eigen websites en andere kanalen (oa. Facebook) of moet ik deze tekst nog uitbreiden?

Als we de problematiek beschouwen vanuit auteursrechtelijk perspectief, hoeft aan de interieurarchitectenovereenkomst geen clausule te worden toegevoegd. Er moet dan enkel op toegezien worden dat er geen clausule is waarin staat dat de auteursrechten worden overgedragen. Immers, indien er geen duidelijk gestipuleerde overdracht is, zal de regel van de restrictieve interpretatie ertoe leiden dat de rechten bij de interieurarchitect blijven. Deze rechten omvatten onder meer het reproductierecht (dus ook de mogelijkheid om te reproduceren als een afbeelding op een website) en het moreel recht op vaderschap (dus het recht om zich als architect op te werpen). Hierover moet dus niets afgesproken worden.

Toch verdient het aanbeveling om een korte zin in de overeenkomst op te nemen. Ik denk daarbij aan twee gevallen.

Een eerste geval is dit waarin zou geoordeeld worden dat het bouwwerk in kwestie niet voldoet aan de voorwaarden voor auteursrechtelijke bescherming. In dat geval kan evident ook niet meer verwezen worden naar bovenstaande regels en wordt een en ander wat meer vatbaar voor discussie aangezien er dan geen wettelijke grondslag meer is die een dergelijke publicatie beheerst.

Een tweede geval is dit waarin de opdrachtgever zich beroept op zijn recht op privacy. Ik meen dat een dergelijk inroepen van privacyrechten zal falen wanneer enkel een afbeelding van het bouwwerk wordt opgenomen, zonder bijvoorbeeld een adres of interieurbeelden, maar meen dat een clausule die expliciet in de mogelijkheid tot publicatie voorziet, dergelijke debatten kan kortsluiten vooraleer ze ontstaan. In die zin kan, bijvoorbeeld ergens in de buurt van het artikel over het auteursrecht, een passage worden opgenomen als volgt:

“De interieurarchitect heeft de mogelijkheid om zijn ontwerp – onder de vorm van een plan alsook van afbeeldingen van de uiteindelijke realisatie – te publiceren in zijn portfolio en, meer algemeen, als referentie voor reeds tot stand gebrachte creaties. Dergelijke publicatie beperkt zich tot de creatie als dusdanig, mogelijk gepaard gaande met technische toelichting. Voor de vermelding van een adres behoeft de interieurarchitect de uitdrukkelijke instemming van de bouwheer.”

Geert Philipsen
GSJ advocaten